Website voor de  'Sectie Ter Haar'

Van de Nederlandse Entomologische Vereniging


Insecten

  • Wat zijn insecten?
  • Insectengroepen
  • Evolutie 


Lepidoptera

  • De schubvleugeligen
  • Micro vs macro lepidoptera
  • Dag en nachtvlinders
  • Evolutie
  • Nieuwste taxonomische inzichten


Overal in het land worden gebieden door liefhebbers geinventariseerd en daar worden vaak uitgebreide verslagen van gemaakt. We willen deze verslagen graag beschikbaar maken voor een breed publiek.Hieronder de verslagen die de auteurs aan ons beschikbaar hebben gesteld.

Een verslag van Wim Gerritsen en Charles Naves   

Nachtvlindermonitoring in het Azewijnse broek.
in de periode 2016-2020 en 2021.   


De zandwinning Azewijnse Broek bestaat uit de zandwinplas met haar oevers en omliggend terrein. Van nature is dit gebied een uitgestrekt broekgebied met houtwallen en kleine broekbosjes geweest.

Een gedeelte van het gebied waar geen zandwinwerkzaamheden meer plaatsvinden is inmiddels ingericht. Hier is veel ruimte voor de natuur gelaten.

Rondom de plas liggen verschillende meidoornhagen, graslanden, sloten, bosjes, rietkragen, poelen, ruigten en open zandgebieden. In de plassen zijn enkele tijdelijke kunstmatige eilanden aangelegd en er liggen enkele kleine kleibossen. Het gebied is voortdurend in ontwikkeling. Door de in 2018 vergunde plannen voor uitbreiding van de huidige zandwinning zal de oppervlakte open water toenemen. Er zullen nieuwe kansen ontstaan voor flora en fauna in de vorm van riet- en moerasoevers, poelen, ruigten en steile oevers voor de oeverzwaluw en de ijsvogel.


Klik hier voor een uitgebreid verslag over de periode 2016 t/m 2020.   



Klik hier voor een uitgebreid verslag over de periode 2021.   

Macronachtvlinders in het Lauwersmeer
in de periode 2004 - 2018.   

Een verslag van Gerrit Tuinstra.   


Tijdens de inventarisatie van nachtvlinders in het Lauwersmeer, in de periode van 2004 tot en met 2018, zijn circa 1.120 soorten waargenomen. In dit artikel wordt ingegaan op de resultaten van het onderzoek voor wat betreft de macronachtvlinders, waarvan 442 soorten werden vastgesteld.

Dit verslag is verschenen in Entomologische Berichten in 2019 (79 (5) 2019)


Klik hier voor het verslag van de macronachtvlinders in het Lauwersmeer van Gerrit.   


Deel van het Zoute Kwelgebied, met veel zulte (zee-aster) in de vegetatie.

Een verslag van Guus Dekkers voor de KNNV Roosendaal   

Vijf jaar nachtvlinders en micro's zoeken
in Grenspark Kalmthoutse Heide (2016-2020)
en nog een weekend in 2021. (11, 12 en 13 juni)   



Met een assortiment aan lampen, smeer, kloppen, slepen, struinen en speuren is de insectenwerkgroep van KNNV Roosendaal in 2016 begonnen met een kwalitatief onderzoek naar nachtvlinders en micro's van het Nederlandse deel van Grenspark Kalmthoutse Heide.

Dit gebied van ca 3500 ha ligt op de Brabantse Wal in het uiterste zuidwesten van Noord-Brabant nabij Putte. Het bestaat voor het grootste gedeelte uit landduinen en grote vennen waarvan een deel nog stuift maar andere delen begroeid zijn met heide. Die is al dan niet vergrast of verruigd en is aangeplant met vooral naaldbos. Het gebied ondergaat de laatste jaren drastische onderhoudswerkzaamheden om het unieke landschap in stand te houden of te herstellen. In totaal over alle perioden (ook van vóór 2016) worden 1087 soorten geregistreerd waarvan 594 microvlinders en 493 macronachtvlinder. In het verslag wordt ingegaan op de verschillen in landschap tussen het Belgische en Nederlandse deel en de weerslag die dat heeft op de nachtvlinderstand. Verder wordt veel aandacht besteed aan de dynamiek van vertrekkende en aankomende soorten


Klik hier voor een uitgebreid verslag over de jaren 2016 t/m 2020.   



Klik hier voor een uitgebreid verslag van een weekend in 2021. (11 t/m 13 juni)
Angezien er in 2021 geen officiele excursie is geweest en dit verslsg toch in de buurt komt staat dit verslag ook vermeld onder de excursies uit het jaar 2021.   

Nachtvlinders van Groot-Amsterdam
in 2020, 2021 en 2022   

Een verslag van Edo Goverse en Trees Kaizer.   


Onbekend maakt onbemind, zeker bij een soortgroep als nachtvlinders is dat het geval. Momenteel gaat er veel aandacht uit naar dagvlinders en maatregelen voor bloemrijke tuinen en bermen. Nachtvlinders zijn ook belangrijke bestuivers. Tijdens alle stadia (rupsen, poppen en vlinders) dienen ze als voedselbron voor vele andere dieren, van vogel tot vleermuis. En diverse soorten nachtvlinders zijn gevoelig voor veranderingen in de omgeving waar ze leven kunnen ze als indicators fungeren door op nieuwe plekken te verschijnen of juist door te verdwijnen. Grote thema’s waar we middels inventarisaties een bijdrage aan kunnen leveren

Klik hier voor het verslag van de nachtvlinders in Groot Amsterdam in 2020 van Edo en Trees.   


Klik hier voor het verslag van de nachtvlinders in Groot Amsterdam in 2021.   


Klik hier voor het verslag van de nachtvlinders in Groot Amsterdam in 2022.   



Martin en Merel verwonderen en vermaken zich bij het laken.

Een verslag van Hans Groenewoud   

Nachtvlinders uit het Rijk van Nijmegen
in de periode 2014 tot/met 2022.   


De Tauvlinder mag wel gezien worden als de meest aansprekende soort uit het Rijk van Nijmegen


In de periode 2014 t/m 2022 heeft Hans in de omgeving ten zuiden Van Nijmegen (in bezit en beheer van Natuurmonumenten) nactvlinders kunnen inventariseren. Aanvankelijk alleen in Heumensoord (gebied direct ten zuiden van Nijmegen) maar vanaf 2019 ook op het landgoed Mookerheide (verder naar het zuiden)

Klik hier voor het verslag van Hans van de nachtvlinders
uit Heumensoord bij Nijmegen uit de eerste periode van 2014 t/m 2018.
(nog niet klaar)   

Nachtvlinders in de Schoorlse duinen.
Van oktober 2014 tot en met december 2019.   

Een verslag van Klaas Kaag   

Van oktober 2014 tot december 2019 heeft Klaas nachtvlinderonderzoek gedaan in de Schoorlse duinen. Hierbij is vooral gebruik gemaakt van licht en smeer om ’s nachts vlinders te lokken. Het aantal bezoeken overdag is vrij beperkt. De resultaten worden in dit rapport gepresenteerd. Dagvlinders vallen buiten dit onderzoek.

In totaal zijn in de periode 600 soorten nachtvlinders waargenomen: 296 micro’s (35 families) en 304 macro’s (10 families). De meeste vlinders zijn gezien met licht-vangsten. In totaal 563 soorten en 7396 getelde exemplaren. Op smeer werden 49 soorten waargenomen (ca. 500 exemplaren), waarvan 17 soorten alleen op smeer zijn gezien. Daarnaast zijn 19 soorten noch op licht, noch op smeer waargenomen. Hieronder vallen o.a. soorten waarvan alleen de rupsen, of de vraatsporen daarvan (mijnen) zijn waargenomen.



Klik hier voor een uitgebreid verslag.   


Het Grijs weeskind (Minucia lunaris) is een voorjaarssoort. Alle waarnemingen zijn in mei gedaan. De rups van deze spinneruil leeft op eik en benut vooral het zg. Sint Janslot.

Een verslag van Klaas Kaag.   

Nachtvlinders van de Coendersborg en het Coendersbosch in 2019 en 2020.   


Mijnen van de Paardenkastanjemineermot, Cameraria ohridella, in de Paardenkastanje bij de Coendersborg.

In 2021 zijn dagelijks de nachtvlinders bij de buitenlamp geregistreerd, maar is ook een val (LEPILED) neergezet op een aantal plekken rondom de borg en twee keer bij het heitje in het zuidelijke deel. Het heitje is ook op een zonnig moment overdag bezocht en op verschillende plekken is naar mijnen gezocht. Rondom de borg is ’s nachts ook met een UV-lamp naar rupsen gezocht.

Klik hier voor het verslag van de nachtvlinders van Coendersborg en Coendersbosch   


Van 6 t/m 13 augustus verbleef ik in de Coendersborg te Nuis, eigendom van Stichting Het Groninger Landschap. Ik heb van de gelegenheid gebruik gemaakt om er nachtvlinders te inventariseren met licht en smeer. De resultaten worden in dit verslag gerapporteerd. Ook in september 2019 verbleef ik een week in de Coendersborg. Het was toen echter regenachtig en koud weer, zodat er weinig vloog. Deze waarnemingen zijn in het huidige verslag opgenomen. Alle waarnemingen zijn opgenomen in de database Noctua van de Werkgroep Vlinder Faunistiek (WVF). Een samenwerking tussen De Vlinderstichting en de secties Ter Haar (macrovlinders) en Snellen (microvlinders) van de Nederlandse Entomologische Vereniging. Het landgoed reikt ca. 2 km naar het zuiden en ligt grotendeels in de kilometerhokken 216-573 (de borg en het omliggende bos) en 216-572 (het zuidelijke bos met de twee heitjes). Er tussenin liggen weilanden. De uiterste zuidrand ligt nog net in km-hok 217-571. Hier is niet specifiek geïnventariseerd. In het bos rondom de borg is zowel in 2019 als 2021 gebruik gemaakt van smeer (een mengsel van stroop, alcohol en wat rot fruit) dat op vooral eiken is gesmeerd. Kort na het invallen van de nacht is de smeer gecontroleerd met behulp van een zaklamp. In 2019 zijn verder alleen enkele vlinderwaarnemingen gedaan bij de buitenlamp en zijn enkele mijnen gevonden.

Verslagen van Hans Hollander.   

Dag en Nachtvlinders uit de Hatertse en Overasseltse Vennen.   


Landkaartje (zomervorm) op braam op 8 juli 2022. Er zijn weinig vlinders die zo een sterke seizoensdimorfie vertonen. De voorjaarsvorm ziet er totaal anders uit dan de zomervorm. Ze werden in het verleden dan ook als verschillende soorten gezien.

Klik hier voor het verslag van de dagvlinders uit de Overasseltse en Hatertse Vennen in 2022

Klik hier voor het verslag van de nachtvlinders uit de Overasseltse en Hatertse Vennen in 2022


De Hatertse en Overasseltse Vennen betreft formeel het vennengebied van ca. 520 hectare in de gemeentes Heumen en Wijchen, provincie Gelderland. Het gebied bestaat uit zo’n twintig vennen en het omliggende rivierduin–, heide– en bosgebied. Het gebied ligt ten zuidwesten van Nijmegen, ten zuidoosten van Wijchen en Alverna en ten noorden van Overasselt; rond het gebied liggen de buurtschappen Blankenberg, Heide, De Schatkuil en Valenberg in de gemeente Heumen en Bullenkamp, Diervoort en Heiveld in de gemeente Wijchen (Wikipedia). In dit rapport betreft de Hatertse en Overasseltse Vennen het gehele gebied van 8.29 km2 (op basis van de gegevens van waarneming.nl) tussen Alverna (west) en Heide (oost) en tussen het Wijchens Ven (noord) en de Boskant-Zandbergseweg (zuid). Het gebied is grotendeels in eigendom en beheer van Staatsbosbeheer, maar er zijn ook veel particuliere gronden. Het gebied is een afwisseling van bos (grove den, zomereik), vennen, heide en extensieve landbouwgrond

Zoek Soort

Nederlandse naam
Wetenschappelijke naam


Aan- of Afmelden